Bak in een koekenpan de stukjes appel aan, samen met de suiker en kaneel. Laat de gebakken appeltjes hierna afkoelen.

Mix in een kom de boter met suiker en vanille. Voeg hierna het ei toe en meng dit door. Doe hierna de bloem, bakingsoda en zout erbij en roer het door.

Roer de afgekoelde gebakken appeltjes door het deeg.

Laat het deeg eventueel 20-30 minuten opstijven in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180 graden en bekleed een bakplaat met bakpapier.

Maak balletjes van het deeg en verdeel dat over de bakplaat bekleed met bakpapier.

Bak de appelkoeken 12-15 minuten in de oven. Tot ze goudbruin zijn geworden. Laat de koeken hierna afkoelen op een rek.

Als de koeken zijn afgekoeld verdeel dan de karamelsaus erover.