Kerstkransjes, ik ben er dol op. Zodra ik ze in de supermarkt zie liggen belanden ze in mijn karretje. Het nadeel van deze koekjes is dat als ik er aan begin ik dus niet meer stop met eten. Dit jaar heb ik mezelf opgelegd dat ik ze niet mag kopen. De enige kransjes die ik deze maand in mijn mond stop zijn mijn zelfgemaakte kransjes. Bij deze deel ik mijn recept voor het maken van de lekkerste kerstkransjes.
Voor het uitsteken van de koekjes gebruik ik een koekjessteker, geen krans, maar een bloem. De geschaafde amandelen verbloemen de vorm een beetje, en aangezien deze koekjes op zijn voor je er erg in hebt vind ik dat best kunnen.
Kerstkransjes
Kerstkransjes
20 minuten
+ 18 minuten
Ingrediënten
- 200 gram bloem
- 1/4 theelepel zout
- 100 gram witte basterdsuiker
- 150 gram koude boter
- 1 theelepel citroensap
- 1 ei
- grove rietsuiker
- geschaafde amandelen
- extra bloem voor het bestuiven van de werkplek
Bereiding
- Bekleed een bakplaat met bakpapier, scheid het ei.
- Zeef de bloem met het zout boven een kom. Voeg hier de halve eidooier, de suiker, boter en het citroensap bij. Kneed dit door elkaar zodat er een mooie deegbal ontstaat. Verpak het deeg in plasticfolie en laat het 30 minuten rusten in de koelkast.
- Verwarm de oven voor op 175ºC.
- Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot ongeveer 3 a 4 mm dik. Steek met een uitsteekvormpje de kransjes uit en steek met een klein rond vormpje het middelste rondje uit de kransjes. Leg de koekjes naast elkaar op de bakplaat. Meng de overgebleven halve dooier met het eiwit en bestrijk de koekjes hiermee. Bestrooi de koekjes met grove rietsuiker en geschaafde amandelen.
- Plaats de bakplaat in het midden van de oven en bak de koekjes in 15 tot 20 minuten goudbruin.
- Laat de koekjes na het bakken afkoelen op een rooster.
